Om te voorkomen dat componenten die gebruikt worden niet aan de eisen voldoen is het noodzakelijk een erkend installateur in te schakelen bij de aanleg van het alarmsysteem. Om vervolgens te voorkomen dat er een te zwaar of te licht systeem wordt aangelegd is het verstandig om een onafhankelijk adviseur in te schakelen die geen belang heeft bij het te verkopen systeem (uiteraard helpen wij u graag).
Op deze pagina vindt u een aantal details die van belang zijn bij de aanschaf en aanleg van alarmapparatuur. Het is een lastig (en technisch onderwerp) maar we proberen het zo eenvoudig mogelijk toe te lichten.
Normen
De toegepaste componenten van een alarmsysteem dienen te voldoen aan de eisen van de NEN-EN 50131-1:2006/A1:2009 en NEN-EN 50136-1:2012 of Technische Specificaties (TS’n). Dit kan worden aangetoond door het overleggen van het productcertificaat, afgegeven door een voor het betreffende toepassingsgebied geaccrediteerde certificatie-instelling of een verwijzing naar de lijst geregistreerde producten van de stichting REQ, NCP en CertAlarm.
Alarmcommunicatie
De begrippen AL1 en AL2 die van belang zijn bij de verbindingen komen voort uit de NEN-EN 50136-1-1. Deze norm kent meerdere begrippen in het kader van alarmcommunicatie, maar de norm T2 is in Nederland gelijk aan AL1 en de norm T5 is in Nederland gelijk aan AL2. Aan deze normen T2 en T5 zijn beschikbaarheidseisen verbonden.
- Voor de norm T2( AL1) geldt dat deze verbinding over een periode gezien van een jaar minimaal 97% beschikbaar dient te zijn.
- Voor de norm T5 (AL2) geldt dat deze verbinding over een periode van een jaar minimaal 99,8 % beschikbaar moet zijn.
Het begrip Security Grade
Security Grades: binnen de NEN EN 50131 / 50136 serie wordt uitgegaan van het niveau van de aanvaller (Inbreker / Overvaller)
- Grade 1: (laag risico) Verwacht wordt dat aanvallers weinig kennis hebben van inbraak/overval detectiesystemen, en is gelimiteerd tot een beperkte set standaard gereedschappen. Ter indicatie VDS klasse A (geen sabotage circuit) Deze grade kan overeenkomen met de doe het zelf markt.
- Grade 2: (laag tot gemiddeld risico) Verwacht wordt dat aanvallers gelimiteerde kennis hebben van inbraak/overval detectiesystemen en van vrij verkrijgbare gereedschappen en draagbare apparatuur waaronder o.a. multimeter. ) Ter indicatie: ANPI, Certec, VDS klasse B. Deze grade kan overeenkomen met de particuliere markt.
- Grade 3: (gemiddeld tot hoog risico). Verwacht wordt dat aanvallers bekend zijn met inbraak/overval detectiesystemen en hebben een uitgebreide set gereedschappen en draagbare elektronische (meet)apparatuur. Deze grade kan gelden voor high-end particuliere markt, winkels en bedrijven. Ter indicatie: ANPI, Certec, VDS klasse B en C
- Grade 4: (hoog risico) Wanneer beveiliging voorrang heeft op alle andere factoren. Verwacht wordt dat aanvallers de middelen of vermogen hebben een inbraak tot in detail voor te bereiden en de beschikking hebben over een volledige set gereedschappen/ apparatuur inclusief mogelijkheden om vitale componenten van het inbraak/overval detectiesysteem te substitueren. Ter indicatie: VDS klasse C (Grade 4 kan gelden voor hoge risico’s)
In geval dat er in Nederland geen componenten beschikbaar zijn die voldoen aan de security grade of klasse voor het betreffende niveau kan gebruik worden gemaakt van componenten met een lagere security grade of klasse. Wanneer ook die ontbreken dient de installateur zelf, op basis van goed vakmanschap, te bepalen of het product voldoet aan de duurzaamheid en functionele eisen die hieraan worden gesteld. Bij afwijking op dit onderdeel moet het altijd vermeld worden in het PvE en het beveiligingsplan.
Environmental classes
Naast de Security Grades is het ook van belang de Environmental classes mee te wegen bij de aanschaf en installatie van een alarmsysteem. Kortweg beschrijft het onder welke situaties het systeem moet blijven werken. Het maakt immers nogal een verschil of de apparatuur binnen in een beschermde omgeving of buiten in onbeschermde toestand moet worden gebruikt.
- Class 1: (Binnen) Temperatuur goed geregeld, bijvoorbeeld particulier of kantoor. Temperatuur: + 5C <-> + 40C, Relatieve luchtvochtigheid: 75%, niet condenserend
- Class 2: (Binnen generiek) Temperatuur minder goed geregeld, bijvoorbeeld onverwarmde magazijnen, gangen en trappenhuizen. Temperatuur: – 10C <-> + 40C, Relatieve luchtvochtigheid: 75%, niet condenserend
- Class 3: (Buiten afgeschermd) Het product wordt blootgesteld aan buitentemperaturen, maar wordt is afgeschermd en wordt niet volledig blootgesteld aan het weer. Temperatuur: – 25C <-> + 50C, Relatieve luchtvochtigheid: 75%, [30d] 85% <-> 95%, niet condenserend
- Class 4: (Buiten generiek) Het product wordt buiten volledig blootgesteld aan weer en wind. Temperatuur: – 25C <-> + 60C, Relatieve luchtvochtigheid: 75%, [30d] 85% <-> 95%, niet condenserend
Hoe fysiekebeveiliging.nl kan helpenWij adviseren over de juiste toepassing van alarmapparatuur, zorgen voor implementatie(begeleiding) of onderwerpen de huidige beveiliging aan een audit. Tevens kunnen we de offertevergelijking of leveranciersselectie voor onze rekening nemen.
Weten hoe wij kunnen helpen? Vul het contactformulier in en we helpen je graag verder.